Met een kanonschot. Zo begint La Grande Bellezza, de beste film van 2013. Gevolgd door een camerashot van jewelste.
Onder de soundtrack van een engelenkoor valt een Japanse toerist in Rome dood neer. Net na het nemen van een foto. Schoonheid en verval achteloos verstrengeld. De start, het midden en einde van het verhaal van Jep Gambardella.
L’uomo senza qualità
Als 65-jarige journalist én voormalig succesauteur leren we Jep kennen. Minzaam flanerend – wat een kostuums – door het Romeinse nachtleven.
Woody Allen op XTC
Je hoort en ziet het al, Paolo Sorrentino heeft veel in deze film willen steken. Te veel zullen sommigen zeggen. Hij mixt beelden van Bernini met Martini. Het volle feest van Luhrmann, met inzicht van Musil en verdwazing van de Coen Brothers.
Samen maakt dat een soort Woody Allen op XTC. Niet wringerig, maar met zelfrelativering.
Flamingo’s en een verdwenen giraf
De mooiste scènes? Die zonder woorden. Waar zie je anders iemand ’s morgens zijn terras opkomen, om daar een legertje flamingo’s aan te treffen. En een knielende Moeder Theresa.
Of de elegantie van een giraf die tot zijn volle recht komt, voor de ruïnes van een palazzo. Om dan weggetoverd te worden. ‘Want alles is een truc’, zegt Jeb. ‘En alles is in verval.’ Alleen weten sommigen er zich met charme doorheen te waden.
Grandi contrasti – il miglior film
Goedkoop effect en verstild inzicht. In een potje, en flink dooreengeschud. Blijft de film bruisen. En dat is geen kleintje.
Gaat dat dus zien. Liefst hier. Want dit is de beste film van 2013.