Je eerste indruk is erg belangrijk. Zeker bij een presentatie. You never get a second chance to make a first impression, zeggen ze wel eens. Of hoe ging dat bij jou op je eerste werkdag?

Bij een presentatie start je – klassiek gezien – het best met een stilte. Zo krijg je focus. Na een korte verwelkoming volgt dan een woordje uitleg over de aanleiding (met citaat of anekdote) en een overzichtelijke vooruitblik.

Graag wat gekker?

Natuurlijk kan je bij de opening ook creatiever uit de hoek komen. Met een ietwat gewaagde ijsbreker bijvoorbeeld. Het raarste wat ik ooit zag? Dat overkwam me tijdens mijn eerste jaar aan de hogeschool. Een vijftal jaar geleden.

Een washandje

Een student Toerisme wou – kost wat kost – eerst presenteren. Hij kroop op de tafel, toverde een washandje tevoorschijn, en smeet vervolgens een viertal ijsblokjes kapot op de vloer. Hard. Ze vlogen door de klas, onder onze voeten, en smakten tegen de muur.

Vervolgens sprong hij van tafel en riep: ‘ZO, NU HET IJS GEBROKEN IS, zou ik jullie graag iets meer vertellen over de wonderlijke streek van Andalusië.’ De klas, stil, in lichte shock. En dan een bevrijdende bulderlach. Iedereen bij de les. En toch ook wel een beetje bang…

Iets te letterlijk

Pas op, deze ijsbreker werd iets te letterlijk opgevat. Een gimmick alleen is simpelweg te mager. Maar een alternatieve opening, die wat meer verbinding maakt met je thema (Reykjavik, iemand?), kan wel wonderen doen.

Pupillen worden groter, een glimlach verschijnt, en zowel jij als je publiek ontspannen. Geloof me, je presentatie vaart wel bij een fijn doordachte ijsbreker.